Roevensysteem

Een roevendak is een bedekking opgebouwd uit platen aluminium die in de lengterichting zijn voorzien van rechte opkantingen. Tussen de banen worden op het dakbeschot zogenaamde roeflatten aangebracht. Deze latten hebben een trapeziumvormige doorsnede met een breedte van 40-50 mm en een hoogte van 60-70 mm. De waterdichte afwerking tussen dakbanen en roeflatten wordt verkregen middels een afdeklijst (roefkap).

Roevendaken worden met klangen op het dakbeschot aangebracht. De minimale breedte van een klang bedraagt 50 mm met een minimale plaatdikte van 0,65 mm. De klang wordt, afhankelijk van het montagesysteem, onder of op de roeflat aangebracht. Ook bij roevendaken moet worden gewerkt met fixeer- en schuifklangen. 

Dwarsnaden
Als dakbanen van een fels- of roevendak langer dan 10 meter zijn moeten dwarsnaden gemaakt worden. De uitvoering van de dwarsnaad is afhankelijk van de dakhelling. In onderstaande afbeelding zijn de doorsneden van verschillende uitvoeringen weergegeven.

Toepassingsgebied
Het roevensysteem is geschikt voor grote en kleine daken met een dakhelling van min. 3°, bij voorkeur vanaf 7°, en als gevelbekleding. Het standaard roevendak bestaat uit zinken banen met twee opstaande kanten, die zijn gescheiden door houten trapeziumvormige roeflatten. De roeflatten zijn afgedekt met roefkappen. Zo ontstaat het karakteristieke en enigszins robuuste uiterlijk van het aluminium roevendak. 

Ondersteuning
Het roevendak moet volledig ondersteund worden door een dakbeschot, bij voorkeur van ruwe ongeschaafde houten delen van 22 – 25 mm dik zonder messing en groef. De houten delen mogen tot 5 mm kieren bij een dakhelling tot 40°. Boven 40° dakhelling mogen de planken tot 10 cm van elkaar liggen. Onder een verbinding moet altijd hout liggen.